Oogsten van droogbloemen: Statice oogst u als de bloemetjes volledig geopend zijn, lampionnetjes als ze helemaal oranje zijn. Strobloemen oogst u echter voordat ze helemaal open zijn.
Bramen worden vermeerderd door de top van de jonge scheuten in de grond te stoppen. Volgend voorjaar loopt de top uit en vormt nieuwe wortels. Het plantje kan dan losgesneden worden.
Met het poten van bol- en knolgewassen kunt u ook deze maand doorgaan. De kwetsbare soorten als Fritillaria, sneeuwklokje en lelies poot u direct na aankoop, zodat deze niet uitdrogen.
Veldsla kan nu worden gezaaid en in de winter geoogst. Het gewas heeft een hekel aan natte, zure grond. Zaai op rijtjes met een onderlinge afstand van 15 cm. Bij vorst licht afdekken met bijvoorbeeld vliesdoek; strenge vorst overleven de plantjes meestal niet.
Knip de wilde opslag van rozen en andere veredelde planten, zoals bijvoorbeeld Prunus en toverhazelaar, steeds af. De wilde scheuten groeien namelijk veel sneller dan de veredelde.
Zaai in de platte bak nog radijs, snijsla en spinazie. Met een beetje geluk kan er in november of december worden geoogst. Heeft u geen platte bak? Bouw dan van electriciteitspijp en doorzichtig plastic een laag tunneltje buiten.
Bomen en heesters kunt u ook in deze periode snoeien. Voor sommige soorten zoals esdoorn, noten en berken is deze tijd zelfs beter dan in de winter. De sapstroom van deze soorten komt namelijk vroeg in de winter al op gang en wintersnoei geeft dan teveel kans op bloeden.
De buitendruiven beginnen te rijpen. Breek rondom de trossen wat takjes en bladeren weg zodat de rijping voorspoedig verloopt. Bescherm de oogst met een net tegen snoeplustige vogels.
Kuipplanten krijgen nog wel steeds water maar geen voedsel meer, zodat ze kunnen afrijpen. U kunt ze nog wel een kaligift geven, dat geeft ze wat extra weerstand in de winter.
Hangmandjes en potten met eenjarigen krijgen nog wel steeds voedsel, want deze eenjarigen kunnen bij een goede verzorging tot aan de eerste nachtvorsten blijven bloeien. Het verwijderen van uitgebloeide bloemen blijft natuurlijk ook nodig.
Als u de knollen van gladiolen wilt bewaren dan dient u die nu al te rooien. Laat u ze te lang in de grond dan worden ze aangetast door allerlei ziekten.
Ruim niet de hele tuin heel keurig op. Laat wat bladeren en oogstmateriaal liggen als overwinteringsplaats voor lieveheerbeestjes en kevertjes. Padden en egels zoeken ook een beschut plekje bijvoorbeeld onder een takkenbos.
Bessen worden gestekt. Zoek een mooie tak op die dit jaar is gevormd, knip de top en de onderkant er af en steek de tak voor tweederde in de grond. Volgend voorjaar heeft de stek wortels.
Wie bonenzaden droogt, moet rekening houden met de bonenkever. Als die haar eitjes heeft afgezet, eten de larven de zaden leeg. Om deze narigheid te voorkomen legt u de bonen ongeveer drie dagen in de vriezer en bergt ze daarna droog en koel op.
Bewaarfruit moet heel voorzichtig worden behandeld. Afhankelijk van het weer kunnen nu de o.a. volgende fruitrassen geplukt worden: de peer Conference en de appels Cox’s Orange Pippin, Schone van Boskoop en Elstar. Wacht ’s morgens met plukken totdat de vruchten zijn opgedroogd.
Vlierbessen mogen pas worden geoogst als alle bessen in een tros zwart zijn. In de stad zal dat wel niet lukken omdat de vogels u meestal voor zijn met oogsten. Maar op het platteland lukt het vaak wel om voldoende bij elkaar te oogsten voor een voorraadje heerlijke jam.
Om volgend seizoen heel vroeg kool te planten, kunt u nu zaaien: bloem-, spits- of groene kool. Over ongeveer 5 weken oppotten in 12 cm pot en in de platte bak laten overwinteren. Het alternatief is in januari binnenshuis zaaien.
Als de rabarber helemaal is afgestorven kunnen de planten worden verjongd. Steek ze met een spa in twee of drie stukken, laat de wonden veertien dagen drogen en plant ze uit op een onderlinge afstand van 1 meter.
Viooltjes, duizendschonen en vergeet-mij-nietjes kunt u nu in de tuin of in bakken uitplanten. Hebt u nog geen ruimte? Zet die tweejarigen dan in bloempotten en zet ze met kluit en al over als de ruimte wel beschikbaar is.
Groenblijvende heesters en coniferen kunt u nu nog planten, maar wacht niet te lang meer, want ze moeten nog voor de winter weer nieuwe wortels hebben gemaakt.
De nachten worden langer en in de ochtend blijft het lang vochtig. Dat is gunstig als u een gazon wilt inzaaien. Het zaad krijgt dan voldoende vocht om te kiemen.
Snijbloemen uit eigen tuin snijdt u bij voorkeur in de ochtend als de zon nog niet te fel is. Ze zijn dan nog in topconditie en doorstaan het afsnijden het best.
Het grasmaaien wordt meestal wel regelmatig gedaan maar aan het kantenknippen heeft menigeen een hekel. Dat knippen kan met een zogenaamde kantenschaar waarbij u rechtop kunt blijven staan, of met een kleine grasschaar. Het is echt de finishing touch van uw gazon.
De hoge najaarsbloeiers hebben misschien nog een steuntje nodig. In de herfst zijn ze al zwaar door de bloemen en een najaarsstorm kan ze dan gemakkelijk platslaan.